Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zich nutteloos opwinden
Maar Julia, ambaleer je niet zo, ze zijn nog maar pas vertrokken en ge zijt al ongerust dat ze nog niet gebeld hebben.
zie zich ambaleren
zie aldaar
likken, lekken
WNT: lakken: Likken; als bedr. ww. zoowel met de zaak waaraan gelikt wordt als met die welke men door likken tot zich neemt, als object. Veelal in fig. verband. In N.-Nederl. weinig of niet bekend.
zie ook uitlakken, oplakken, aflakken
De Jean die lakt niet aan zijn crème-glace, die bijt er in.
Er lakt melk op de grond, ik denk dat die plastieken fles kapot is.
likken, lekken
WNT: lakken: Likken; als bedr. ww. zoowel met de zaak waaraan gelikt wordt als met die welke men door likken tot zich neemt, als object. Veelal in fig. verband. In N.-Nederl. weinig of niet bekend.
zie ook uitlakken, oplakken, aflakken
De Jean die lakt niet aan zijn crème-glace, die bijt er in.
Er lakt melk op de grond, ik denk dat die plastieken fles kapot is
likken, lekken
WNT: lakken: Likken; als bedr. ww. zoowel met de zaak waaraan gelikt wordt als met die welke men door likken tot zich neemt, als object. Veelal in fig. verband. In N.-Nederl. weinig of niet bekend.
zie ook uitlakken, oplakken, aflakken
De Jean die lakt niet aan zijn crème-glace, die bijt er in.
Er lakt melk op de grond, ik denk dat die plastieken fles kapot is
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.