Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
uitroep van verbazing, verrassing, verontwaardiging, afkeuring, bevestiging, bewondering … naargelang de context
vgl. ook: amaai; amai mijn voeten
zie ook haha, joh, hallo kroket, jawadde
y stuikte da ovr de reling van de brug, amaj pladijs, z’emmen’m dr kunne uitvisse me de pompiers!
Hij stuikte (stuiken) daar over de reling van de brug, amai pladijs, ze hebben hem er kunnen uitvissen met de pompiers!
met schokken voortbewegen, hobbelen
regio Boom
oep de kasseis wa ligge tottere in onze roestbak op de leie, pf
Op de kasseien wat liggen totteren in onze roestbak op de leien, pf.
betalen, afleggen, dokken
zie ook: afdjokken
uitspraak: dzjokken
Na dat hij zijn kaarten geblekt had, zijn slagen binnenhaalde, konden de 3 andere spelers djokken.
grote slungel, plaaggeest, deugeniet
WNT: Modern lemma: lorejas
- lorias -, znw. m., mv. -sen. Wellicht samenhangende met Lor en Leur
In een groot deel van Z.-Nederl. in gebruik voor: deugniet, schobbejak; ook wel voor: lomperd of verwaand mensch (zie de idiotica).
MNW: lore: znw. m. en vr.
< Mnl. deugniet, schelm, schurk. Het is nog heden in dien zin in het Wvla. bekend, doch steeds vr., ook als het van een mannelijk persoon wordt gebruikt
Lowieke is ne echte laurejas! (Haspengouw)
Die lorejas laat niemand gerust. (Mechelen)
Lorejas! Blijft van mijn voeten met dat grassprietje, dat kittelt za. (Kempen)
”Willen we dan gaan zwemmen?” opperde Bertje, die wellicht aan ’t bedenken was geweest dat ze een zoo schoonen vrijen namiddag toch niet mochten laten voorbijgaan, zonder een enkelen guitenstreek of eenige deugnieterij te verrichten. Daarvoor waren ze ”lorejassen”! Bollansée (WNT)
Laat die kinderen gerust, leelijke lorejas! Corn.-Vervl. (WNT)
O die lorias! hij drinkt gedurig en betaalt zijn schulden niet, Joos (1900-1904). (WNT)
grote slungel, plaaggeest, deugeniet
WNT: Modern lemma: lorejas
- lorias -, znw. m., mv. -sen. Wellicht samenhangende met Lor en Leur
In een groot deel van Z.-Nederl. in gebruik voor: deugniet, schobbejak; ook wel voor: lomperd of verwaand mensch (zie de idiotica).
MNW: lore: znw. m. en vr.
< Mnl. deugniet, schelm, schurk. Het is nog heden in dien zin in het Wvla. bekend, doch steeds vr., ook als het van een mannelijk persoon wordt gebruikt
Lowieke is ne echte laurejas! (Haspengouw)
Die lorejas laat niemand gerust. (Mechelen)
”Willen we dan gaan zwemmen?” opperde Bertje, die wellicht aan ’t bedenken was geweest dat ze een zoo schoonen vrijen namiddag toch niet mochten laten voorbijgaan, zonder een enkelen guitenstreek of eenige deugnieterij te verrichten. Daarvoor waren ze ”lorejassen”! Bollansée (WNT)
Laat die kinderen gerust, leelijke lorejas! Corn.-Vervl. (WNT)
O die lorias! hij drinkt gedurig en betaalt zijn schulden niet, Joos (1900-1904). (WNT)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.