Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wortelstronk , boomstronk
den boëm es naa afgezaagt , fleus da jeisgat oëtgraave .
De boom is nu afgezaagt , straks de wortelstronk uitgraven.
mestverke = mestvarken , varken dat vetgemest wordt voor te slachten
algemeen verwijtwoord ;
voor iemand die stinkende scheten laat , gulzig en / of onbeschoft eet , of eender bij welke gelegendheid .
bvb ; eet met aa bakkes toe , mestverke !
géut buite schijte , mestverke !
onbeschoft mestverke !
smoel toe , mestverke !
aaft aa bakkes , mestverke !
mestverke = mestvarken , varken dat vetgemest wordt voor te slachten
algemeen verwijtwoord ;
voor iemand die stinkende scheten laat , gulzig en / of onbeschoft eet , of eender bij welke gelegendheid .
bvb ; eet met uw mond dicht , mestverke !
géut buite schijte , mestverke !
onbeschoft mestverke
aarentrapper = eierentrapper ; een kippenhaan
ook gebruikt voor een man die vreemdgaat .
onzen aarentrapper kraait de ganse dag
onze buurman is een aarentrapper
lang gemaaid gras dat gebruikt wordt om bvb bieten mee af te dekken tegen de vorst .
ook grasklaver en/of (weide-)gras dat gemaaid wordt en vers wordt gebruikt voor vee bij te voederen.
ik ga met de zeis toemaat maaien voor ons schapen .
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.