Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door cidi123

    stiel
    (de ~ (m.), ~en)

    werk, vak, beroep, specialisatie

    vnw: vak, beroep, baan

    Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 3

    Van Dale 2016: België, spreektaal

    vrttaal.net: verouderd Belgisch-Nederlands

    vgl. stielman; stielvrouw; stielkennis; stielvaardigheid; stielwerk; stielbederver; twaalf stielen, dertien ongelukken; stiel, er zijn ~ van maken; stiel apart

    ook in samenstellingen: bakkersstiel, beestenstiel, boerenstiel, hondenstiel, metsersstiel; schildersstiel, schrijversstiel

    Dat is mijne stiel niet zo, auto’s repareren.

    Christophe Lambrecht leerde de stiel aan zijn jonge collega’s: “Alles was wat ik geleerd heb was met Christophe aan mijn zijde” (hln.be)

    Partijvoorzitters houden laatste verkiezingsdebat: “Politiek is een harde stiel en er vallen al eens klappen”. (demorgen.be)

    Toiletdame zijn is een harde stiel | Byloo | Radio 1

    Teksten nalezen is ook een stiel.(Tim Pauwels – vrt.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door cidi123 op 23 Jul 2025 19:58
    2 reactie(s)

    kluppel
    (de ~ (m.), -s)

    sufkop, sul, does, koppigaard, sufferd, sukkel, dwaas, domkop, dommie, domoor, stijfkop, stommerik, oen, doeskop

    Van Dale online: gewestelijk, knuppel

    zie andere definitie van kluppel

    Kluppel! Wat doet ge nu weer?

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door cidi123 op 23 Jul 2025 19:57
    7 reactie(s)

    opjoeberen

    opdrinken, opzjoeberen

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door cidi123 op 23 Jul 2025 19:57
    0 reactie(s)

    dikwijlser
    (bw.)

    vaker;meer

    zie dikwijlder

    Ik ben dikwijls bang, dikwijlser dan ik zou willen. Voor grote dingen, zoals eenzaamheid. En armoede. (maaikeblogt.be)

    Ik heb het al dikwijlser gezegd, in onze partij zijn wij allemaal vrienden en allemaal verruimers. (knack.be)

    Al worden we er dikwijlser mee geconfronteerd, het is en blijft schandalig. Er mag geen gewenning zijn tegen dit krapuul. (politics.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door cidi123 op 23 Jul 2025 19:56
    0 reactie(s)

    dikwijlder
    (bw.)

    meer;vaker

    wordt gebruikt om “meerdere keren” aan te duiden.
    dikwijlder is meer dan soms, maar minder dan dikwijls, tenzij dikwijls vooraf gaat in een vergelijkende zin.

    Kempen: dikwijlser

    pappa gaat dikwijlder met de fiets eropuit dan mamma.
    mamma gaat dikwijls met de fiets naar de winkel, pappa maakt dikwijlder toerkes met de fiets.

    Regio Mijnstreek
    Bewerking door cidi123 op 23 Jul 2025 19:56
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.