Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
najaar
uitspraak: boamestaat
zie ook bamis
In de boamestaat worden de gewassen binnen gehaald.
schommel
zie ook: bies, biezabijs, bijs, bijze, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, ratak, ratek, renne, rennekoker, rietseko, rijtak, sturrel, stuur, toeter, touter, wippentater, zwier
De kleine zit op de suur.
letterlijk ‘vroegtijd’
voorjaar
zie ook uitkom
In de vruchtaad worden de gewassen geplant.
“Ne schoone vruugtijd” (Cornelissen, 1899)
vruchtensalade, fruitsalade
zie ook verzamellemma groenten en fruit
Wat wilt ge voor dessert: fruitsla of een ijskreem?
1) eigenaardig, vreemd, zonderling, raar
2) draaierig, onpasselijk, mottig
wnt:
1. Eigenaardig, van een bijzonderen aard, gewoonlijk in ongunstigen zin. In die pregnante ongunstige bet. ”een vreemden aard hebbende”, die in het Vlaamsch nog de gewone is, komt het al bij a. bijns (Anna Bijns, 16de E.) voor.
2. Onpasselijk, misselijk.
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
niet te verwarren met raar
1) Da’s aardig, ik had die mens daar niet zien staan.
2) Marie wordt aardig, ga vlug naar buiten met haar in de frisse lucht.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.