Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dood, overleden
vgl. hemelen; hond, hij is de ~ gaan eten geven
buik, gras op zijn, haar ~;haar, met z’n ~ zijn
Grampeir ès hiemele – bij Zjeezeke èn de kos (grootvader is gestorven, (gemeenz.) heeft nu een tuintje op zijn buik)
fluitje
Vlaamse Kust: schuifelet
Alle Chiroleidsters dragen een schuiferling aan een touw rond de hals.
fluitje
Vlaamse Kust: schuifelet.
Alle Chiroleidsters dragen een schuiferling aan een touw rond de hals.
minderen, achteruitgaan, er minder goed voorstaan.
de verkoop is aan het minderen
→ middelnl. slacken (losmaken, losgaan)
Den bazar is aan het slabakken hier, ze hebben meer niet als wel.
Gezegd van schoenen of laarzen die een maatje (of twee) te groot zijn zodat ze bij het gaan een slepend geluid maken.
Uitspreken met klemtoon op de o.
Vlaamse kust: slabakken
Met vaders schoenen slabotte Jantje door het huis.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.