Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
pejoratieve benaming voor een jonge vrouw. Meestal wordt gesuggereerd dat ze te jong is om op de hoogte te zijn van een bepaalde materie.
Die snotvink aan het onthaal heeft ons niet kunnen helpen.
dobbelbak, veelhoekig bakje met vilten bodem waarop met dobbelstenen wordt gespeeld.
Oud-Vlaams dobbelspel
< Het woord Pitjesbak zou verwijzen naar de ogen die op de teerlingen staan.De gelijkenis met pitten van vruchten (ook pitjes genoemd) is hier een mogelijke uitleg voor. (wikipedia)
ook pitjesbak, tritsbak, teerlingbak
vnw:
•bak met vilten bodem waarin dobbelstenen worden gegooid
•triktrak, dobbelspel
Tegenwoordig wordt er op café niet veel meer gespeeld op de pietjesbak.
Ik liep daar op een paar gezellige tafelschuimers, die me op een partijtje pitchesbak uitdaagden, Lebeau, 1962, (zie NZWB, 381)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.