Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
geld
< sol=oude Franse munt (sou) < volkslatijn: soldus < solidus
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak. Ik ben platzak. (Georges Grootjans – Antw. Re:teppen schieten)
uitverkoop, koopjes, koopjesperiode
(Antw.) soldes /sol d.es/ met doffe e en uitgesproken eind-s
< Fr. solde(s) < solder: afgeprijsd verkopen (vendre au rabais)
zie solderen
Tijdens de solden ontwijk ik het shopping center; ik hou niet van de drukte.
oud volksspel dat toch nog gespeeld wordt,bestaat uit een “loden sol en een tep”
Zondag na het eten gaan de mannen teppe schiete.
soort langwerpige aardappel
In mijn zoektocht of boerentram al dan niet in vD stond, gestoten op boerenteen. Dit woord hoorde ik ook uit de mond van TJ, toen ze mij vertelde dat ze tijdens WOII per fiets boerentenen ging smokkelen uit Hoogstraten. Waarschijnlijk niet meer te verkrijgen.
stoomtram, later elektrische tram tussen de stad en het platteland, die nog later vervangen werd door de harmonica-bus
De cirkel is bijna rond. De boerentram is terug van weggeweest. Het valt nog te betwijfelen of de randstad-tramlijnen nog verder zullen uitbreiden (Westmalle, Broechem, Brasschaat, Beveren?) zoals vroeger.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.