Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een achterwaarsterigge is een vroedvrouw, sage femme of aide accouché. Mid-wife.
Wanneer een of meerdere kinderen voor het huwelijk geboren werden, was het meestal de taak van de achterwaarsterigge om bij de natuurlijke vader te bemiddelen om een huwelijk met de bevallen vrouw aan te gaan en bij dat huwelijk het kind te laten wettigen. Hierbij schreef de ambtenaar van de burgerstand in de linkermarge van de geboorteaangifte van een natuurlijk kind: …en terstond hebben de nieuwe bruid en bruidegom verklaard dat van hen geboren is vermeld kind in rand die zij verklaren tot hun wettelijk kind en waarvan de vader zijn familienaam verleend heeft in tegenwoordigheid van twee getuigen en na voorlezing beide contractanten met ons hebben gehandtekend.
Een achterwaarsterigge is een vroedvrouw, sage femme of aide accouché.
Wanneer een of meerdere kinderen voor het huwelijk geboren werden, was het meestal de taak van de achterwaarsterigge om bij de natuurlijke vader te bemiddelen om een huwelijk met de bevallen vrouw aan te gaan en bij dat huwelijk het kind te laten wettigen. Hierbij schreef de ambtenaar van de burgerstand in de linkermarge van de geboorteaangifte van een natuurlijk kind: …en terstond hebben de nieuwe bruid en bruidegom verklaard dat van hen geboren is vermeld kind in rand die zij verklaren tot hun wettelijk kind en waarvan de vader zijn familienaam verleend in tegenwoordigheid van twee getuigen en na voorlezing beide contractanten met ons hebben gehandtekend.
Een kriool is het produkt van een vermenging van een inboorling met een inwijkeling. Sorry voor de eerder racistisch getinte vergelijking. Maar realiteit.
Ook de naam van de oorringen die de Kriolen meestal droegen. Maar een kriool of kriol is ook in het Gents een misdienaar. Vandaar dat een jong misdienaartje die bovendien zijn stemmetje nog niet als baard in de keel heeft een jongetje wordt genoemd met een onschuldig kriollekesmuilke.
De zondag: ze lezen ons Heere van zijn kruis die schijnheilie jongentjes met hun kriollekesmuilke, maar binst de week komt daar niet veel van terecht.
Een kriool is het produkt van een vermenging van een inboorling met een inwijkeling. Sorry voor de eerder racistisch getinte vergelijking. Maar realiteit.
Ook de naam van de oorringen die de Kriolen meestal droegen. Maar een kriool of kriol is ook in het Gents een misdienaar. Vandaar dat een jong misdienaartje die bovendien zijn stemmetje nog niet als baard in de keel heeft een jongetje wordt genoemd met een onschuldig kriollekesmuilke. I kheb nergens een betere vergelijking gevonden als in het Duits: eine swagge knabelijn.
De zondag: ze lezen ons Heere van zijn kruis die schijnheilie jongentjes met hun kriollekesmuilke, maar binst de week komt daar niet veel van terecht.
In Gent en randgemeenten gebruikt men het woord “kabba” dat inderdaad een boodschappentas betekent, nooit met een s als uitgang gebruikt maar wel in de betekenis verbouwereerd zijn, uit zijn lood geslagen zijn, stomverbaasd, als na een slag op het hoofd enz…Voorbeeld: “Stomdronken handigede (hing) hij zijn gilee los over de stoel. De daaropvolgende morgen hing de gilee er nog maar alle knopkes waren toe! Hij was zo wreed van zijne kabba dat een pater de stoel en de gilee is komen zegenen.”
Voorbeeld: “Stomdronken handigede (hing) hij zijne gilee los over de stoel en viel in slaap. De daaropvolgende morgen hing de gilee er nog maar alle knopkes waren toe ! Hij was zo wreed van zijne kabba dat hij een pater ontbood die stoel en gilee kwam zegenen met wijwater!”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.