Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
appelmoes
zie ook appelspijs, appeltrot
appelmoes: appeltrut of appelspijs (bornemnieuws.be/beurms-woordenboek/)
Hoewel vijftien informanten het dialectwoord appeltrut kennen, zeggen ze appelmoes. Appeltrut wordt wel nog gezegd door elf andere personen. (libstore.ugent.be)
Weet bv. dat Marie Moke ooit de geliefde was van Berlioz, dat de Gentse sopraan Vina Bovy ooit wereldberoemd was en toch liever “Bloewuste mee appeltrut” at (stretto.be)
mensen die altijd gratis iets willen krijgen maar nooit iets aan anderen geven
Bijna elke week komt ze zagen om een paar eieren, een handvol aardappelen of om de krant te mogen lezen, maar als wij eens iets vragen hebben ze dit zogezegd niet in huis,’t zijn echte krempers.
flauwerik, neute
< kremper* (sukkel) {1845} van krempen, middelnederlands crempen (krimpen, ineenschrompelen, wegkruipen), bij krimpen. (etymologiebank.nl)
“Ik ben al zeg ik het zelf niet echt een kremper. Ga als het moet half-ziek werken en durf wel eens een stapje verder doen dan dat mijn lijf eigenlijk goed aankan.” (uit een blog)
kremper, flauwerik;
zie ook neuten
“toen we terugkwamen van centerparcs kloeg mijn man van pijn aan de voet door druk, heb zelf de halve gips verwijderd en hij had een grote bloedblaar van een te spannende gips, op spoed hebben ze de blaar leeggetrokken en donderdag moet hij terug bij specialist voor een nieuwe gips of brace. En ik maar zeggen dat hij een neute was … " (forum)
noest, harde, donkere plek in hout op de plaats waar de tak uit de stam is voortgekomen
Die plank kan je niet gebruiken voor een plint, ze zit vol neuten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
