Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Rodomontade

    zeeslets
    (zn. v. -en)

    - vrijetijdschoeisel vervaardigd uit rubber, beige kleur
    - de zool was ondoordringbaar voor water
    - bovenaan voorzien van gaatjes voor de ventilatie of om
    water te laten weglopen
    ook zeesluffer

    In Oost-Vlaanderen betekent ‘zeeslets’ daarentegen een espadrille: een slets met een textielen bovenkant en een onderkant uit vlas of jute. Dit soort zeesletsen bestaat in alle bonte kleuren, maar is sedert de jaren 80 uit de mode geraakt.

    Gedurende de vakantie droegen haast alle kinderen in de straat zeesletsen, al hadden de meesten nog nooit de zee gezien- de oorlog was maar net gedaan…
    Waren die zeesletsen soms niet de voorloper van de crocs (merknaam vrijetijdssandalen) van tegenwoordig?

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Rodomontade op 22 Aug 2013 13:22
    1 reactie(s)

    zwelgen
    (ww; zwolg, gezwolgen)

    slikken, door- of inslikken

    (heel letterlijk)

    Keelkanker kan ertoe leiden dat patiënten geen voedsel meer kunnen zwelgen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Rodomontade op 20 Aug 2013 19:08
    1 reactie(s)

    doezeman
    (nen ~ (m.), ~nen)

    (ingebeelde) schrikaanjager

    zie ook : bietebouw, peetieloetie

    Als ge niet braaf zijt, gaat den doezeman komen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Rodomontade op 16 Aug 2013 19:44
    2 reactie(s)

    peetieloetie
    (znw. (m), ~s)

    boeman, kinderschrik; een geheimzinnige figuur die stoute kinderen angst aanjaagt

    Een combinatie van peetie in de zin van ‘vent’ en loetie: iemand met een wispelturig karakter.

    Dikwijls uitgesproken als ‘pieteloetie’.

    Zie ook: bietebouw

    Wie in de klas te veel lawaai maakte, zo dreigde de meester, zou vroeg of laat achteraan in de schapraai gestoken worden, alwaar de misnoegde peetieloetie woonde!

    Regio Vlaamse Ardennen
    Bewerking door Rodomontade op 16 Aug 2013 19:43
    0 reactie(s)

    peetieloetie
    (znw. (m), ~s)

    boeman, kinderschrik; een geheimzinnige figuur die stoute kinderen angst aanjaagt

    Een combinatie van peetie in de zin van ‘vent’ en loetie: iemand met een wispelturig karakter.

    Dikwijls uitgesproken als ‘pieteloetie’.

    Zie ook: bietebouw

    Wie in de klas te veel lawaai maakte, zo dreigde de meester, zou vroeg op laat achteraan in de schapraai gestoken worden, alwaar de misnoegde peetieloetie woonde!

    Regio Vlaamse Ardennen
    Bewerking door Rodomontade op 16 Aug 2013 19:43
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.