Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
regenworm, pier
verwant met: terik, tetting, tettienk
synoniemen: pielewuiter, piet, piering, pirling, teerling
De kiekens vechten dikwijls voor ne térik.
De kippen vechten dikwijls voor een regenworm
regenworm
varianten: tetting, terik, térik
synoniemen: pielewuiter, piet, piering, pirling, teerling
Ne moagern tettienk (een mager iemand).
Ie èèt moar een kljin teirikske, wi. (Hij heeft maar een klein pietje, hoor.)
regenworm
uitspraak met zware e
gesproken in de streek tussen Sint-Niklaas en Aalst
Mijn man moet dringend de grond spitten en teerlingen zoeken; komende zaterdag gaat hij vissen.
> andere definitie van teerling
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.