Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Hij

    foefelen
    (ww. foefelde, gefoefeld)

    - morsen
    - frauderen, sjoemelen

    vwn: bedriegen, sjoemelen

    Typisch Vlaams: morsen, sjoemelen (informeel): Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 4

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
    1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
    “Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
    2. Slecht of morsig werk leveren, morsen.
    “Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
    DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)

    zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel, foefelare, ineenfoefelen

    > andere betekenis van foefelen

    Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.

    We hebben wat gefoefeld met de belastingen.

    Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
    De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
    Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Hij op 06 May 2025 17:40
    1 reactie(s)

    foefelen
    (ww. foefelde, gefoefeld)

    - morsen
    - frauderen, sjoemelen

    vwn: bedriegen, sjoemelen

    Typisch Vlaams: morsen, sjoemelen (informeel): Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 4

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
    1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
    “Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
    2. Slecht of morsig werk leveren, knoeien, morsen.
    “Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
    DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)

    zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel, foefelare, ineenfoefelen

    > andere betekenis van foefelen

    Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.

    We hebben wat gefoefeld met de belastingen.

    Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
    De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
    Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Hij op 06 May 2025 17:39
    1 reactie(s)

    smossen
    (ww. smoste, gesmost)

    morsen

    vnw: kliederen, morsen

    DS2015 geen standaardtaal (ondanks voorbeelden onder)

    < zie smodderen, mozen, zwanselen, kwanselen, sturten, dashteren, desteren

    Stop met smossen en eet uw bord leeg.

    Ik heb mayonaise op mijn broek gesmost.

    Wat moet je anders denken als Karen en James met een groep blinden spaghetti eten, en dat geblinddoekt doen om ook te kunnen smossen? (standaard.be)

    Christophe smost niet met eten. Zijn doosjes bevatten net genoeg voor iedereen. (standaard.be)

    < andere definitie van smossen

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Hij op 06 May 2025 17:39
    1 reactie(s)

    moosen
    (ww. mooste, gemoost)

    prutsen, morsen

    uitspraak in Antw.: moeëse

    Van Dale 2005: mosen
    (1926-1950) van moos (modder)
    1.(gewestelijk) knoeien, prutsen, broddelen
    vb. dat is geen werken, maar mosen

    zie ook moosken, moosker

    Hij is aan mijn fiets aan ’t moosen geweest. De versnellingen zijn ontregeld, de ketting is te hard opgespannen en knarst nu over het uitgesleten kamwiel. Hij zou daar beter met zijn fikken afblijven.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Hij op 06 May 2025 17:38
    2 reactie(s)

    brielen
    (ww. brielde, heeft gebrield)

    morsen, er een smeerboel van maken

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Westvlaams brielen, (met water) morsen, ploeteren, knoeien

    zie ook: brielpot = knoeipot

    De kleine gasten waren meer aan het brielen met hun verfpotjes dan dat ze schilderden.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Hij op 06 May 2025 17:38
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.