Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Vork. Ook: verket.
Pakt ge mij ook eens een ket mee uit de keuken?
Een stevige, vettige maaltijd die genuttigd wordt voor het zuipen, zodat men niet meteen zat is.
Een fond (cf. le fond: la partie la plus basse) wordt eerder ‘gelegd’ dan ‘gegeten’.
Pfft, ik heb mij geen goede fond gelegd, dus ik ga alweer vroeg zat zijn.
zich te pletter werken
Er was veel werk aan de winkel zodat hij zijnen nestel nogal heeft moeten afdraaien.
ruiken, een geur verspreiden
Ge riekt naar look, wat hebt ge gisteren gegeten?
1. rol gesausde pruimtabak (Zuidn.)
2. rol gesponnen tabak voor snuif (Noordn.)
3. in papier gewikkeld rolletje van dezelfde waarde geldstukken (Zuidn.) = kardoes > Fr. cartouche (=huls)
afl. karotten trekken (Zuidn.) foppen, de waarheid niet zeggen, doen alsof, in de waan laten
Dezelfde oorsprong als karoot? ik weet het niet.
Breng van de bank eens vijf cartouchen (karotten) mee van 50 en 20 eurocent voor wisselgeld.
Er zijn van die karottentrekkers die ge op hun eerste-communie-zieltje de absolutie zoudt geven. Het moet u gegeven zijn, (een gave), om echt karotten te trekken, zoniet valt ge door de mand.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.