Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
broek, luier vol kak
(betekenis in AN: bangerik, angsthaas, schijtlaars)
Ons Jolien haar kakkebroek stinkt van hier tot Londen, maar een schat zo lief als zij hebben wij nog niet gevonden. (zongen wij op de tonen van Walter de Buck’s ‘Vliegerken’ als wij met de jongste gingen wandelen)
fietsstuur
→ Fr guidon (transparant)
Hij heeft een brede gidon op zijn fiets.
fietsstuur
→ Fr guidon (transparant)
Hij heeft een brede gidon op zijn fiets
vergaan, gerot, verteerd, vermolmd
Het lederen riemke van mijn sacoche is helemaal verduurd, straks krakt het af.
hoektand
Hij is gevallen met zijn fiets en heeft daarbij twee snijtanden en een snakker gebroken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.