Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
chicorei
Vroeger deed ons ma altijd bitterpee in de koffie.
luier;
ook: pisdoek
(of om een merknaam te noemen: pamper)
De hangt hie eu fris geurke, onzen platten hanne hèt in zen pisbroek gescheten.
Er hangt hier een fris geurtje, onze baby heeft in zijn luier gekakt.
ritselen
ook: niet kunnen stilzitten
Zitten hier muizen? Ik hoor iets wezzeren in die kast.
Is dat nu gedaan met uw gewezzer; ik word er horendul van!
belachelijke of naïeve vrouw; soms ook kwezel
Hoe is het mogelijk dat zij zich zo belachelijk maakt? Daarvoor moet je een zurkeltrutte zijn.
koprol (Haasdonk)
Op het einde van hun dansje deden de kinderen een kunstelaberg.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.