Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bovenbeen, dij, niet gebruikt om poep of achterwerk aan te duiden
Mijn billen zijn helemaal bevroren van op die koude stoel te zitten.
Het bestaat nu bijna niet meer, zo’n barakske langs de weg of op de markt waar je friet kunt kopen, maar hier zeggen we nog steeds frutkot.
Weet gij hier ergens een frutkot zijn? Ik heb goesting voor ne goeie frut special (NL patatje oorlog) met een curryworst.
potloodscherper
In mijn slijper zijn twee openingen, één voor normale potloden en één voor dikke potloden.
klompenmaker
Tot voor kort was er nog een blokmaker boven Viersel. ’ne Stiel op zijn eigen. Die sneed nog een paar blokken op maat, die als gegoten pasten.
prutsen, peuteren
/poe r.e k.en/
[pur?k?(n)] (dus met een korte oe)
Schei uit met in je neus te poerreken, straks komen je hersens er mee uit.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.