Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
fuik
J’ei poalinck gevangen in zen nilte.
(hij heeft paling gevangen in zijn fuik)
hard snoepje, babbelaar = snoep uit Veurne
ook babbeluut in Antwerpen
Ik moet gene lekstok hebben,geef mij maar ne babbelijr
In de streek van Geraardsbergen zeggen ze appeltrot ipv appelspijs
suikersnoepgoed, suikerspin
Op de Sinksenfoor stond jaren geleden een kraam, waar ge de warme rek kon zien maken. In de muur was een grote kram bevestigd. Met twee handen sloeg de snoepmaker een streng suikergoed over de kram en rekte die uit door eraan te trekken. Daarna werden de twee einden samengeplakt en werd de beweging herhaald.
duidelijke scheiding in het haar, luizenpaadje
Die kleine heeft haar luizenboulevard in het midden van haar hoofd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.