Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kwibus
(Hageland) kwiep, kwieb
Gij zijt toch ook nog al ne fooraop hè!
Gij zijt toch ook nogal een kwibus èh!
vliegenraam
Al maar goed dat we ziften en ziftendeuren hebben, anders was het hier vergeven van de muggen en vliegen.
Zeef
Ook als ww: ziften (zeven) – zift, zifte, gezift.
Ge kunt dat blikske pekes en aarte (erwten) afgieten door de zift.
Ge moet dat zand ziften, dan blijven de steentjes er in liggen.
Ze hebben daar nogal gelachen! Ze hebben die leerjongen om een glazen zift gestuurd.
Gierigorde emme een zift op hun schouw staan om hunnen smoor te zifte. Dan kunnen ze de beste stukken nog is gebruiken.
Stijve hark
Hebt ge de kroonprins bezig gezien? Zo ne palmenhoute!
Jargon voor een dubbele werkdag die iemand werkt (16 i.p.v. 8 uur), meestal aan de dokken. (Het mag niet meer, maar of het ook niet meer gebeurt…)
Dobbelshift, dobbel-shift, dobbel shift?
— Er lagen vandaag weer veel boten in d’haven.
— Dan hebt ge dus een dobbelshift meegepakt zeker?
— Ja, da’s goe voor de haven.
— Jaja, da’s vooral goe voor de fiscus!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.