Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
/komè.ere/ roddelen
/komè.er/ een komeer = roddelaar(ster)
Die 2 zijn aan het komeren over hun buurvrouw.
Die komeer is weer alles aan het vertellen.
onnozelaar, iemand die echt dom doet
dienen toarteklui liep overal tegen
(1) een duw
(2) een accidentje met de auto, een aanrijding
Een groter ongeval is een knoeft. De ergste schade is een perte totale
Ik heb onderweg een doefke gehad, er is een bluts in mijne gardeboe.
tijd winnen, doelloos rondlopen om tijd te winnen
Mijn collega is weer aan’t koekfluiten, hij is weer aan’t profiteren van het feit dat de baas er niet is.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.