Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
opwijks dialect voor nootjes
Krijgek nog en beke krokke vo bij moin pinte
peuteren, prutsen, prullen
Brugge: mooschen
Antw.: moosen
< moôschen < moôrschen < morschen?
Zit zo niet aan die radio te moeësen, straks is hij kapot.
prutsen, knoeien
/moe.ese/
< moôschen < moôrschen < morschen?
Hij is aan mijn fiets aan ’t moosen geweest. De versnellingen zijn ontregeld, de ketting is te hard opgespannen en knarst nu over het uitgesleten kamwiel. Hij zou daar beter met zijn fikken afblijven.
prutsen, knoeien
/moe.ese/
< moôschen
Hij is aan mijn fiets aan ’t moosen geweest. De versnellingen zijn ontregeld, de ketting is te hard opgespannen en knarst nu over het uitgesleten kamwiel. Hij zou daar beter met zijn fikken afblijven.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.