Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wortel
zie ook: moer, moeër, peekes, pee
Ertjes en poten gestoofd me ajuin is nog altij heel lekker voor te eten.
(Erwtjes en wortelen met uien zijn not altijd heel lekker om te eten.)
Wij hemme schoën poten in den hof ston.
betuttelen
Antwerpse Kempen: betetterd
Zij heeft iemand nodig die haar betettelt.
krokettenmaker, millecroquettes
een toestel om van patattenstoemp kroketten te maken.
Het kroketmachien is een goede keukenhulp om kroketten te maken.
Door achteloosheid laten vallen, verliezen, morsen.
Bron: Woordenboek der Nederlandsche Taal
Gewest. in Vl.-België aangetroffen.
Het stroo lag op de straat verslodderd, Schuermans (1865-1870).
zie andere definitie van verslodderen
“Draag ’et zakske recht, ge versloddert al uwen rijs”, Cornelissen-Vervliet (1903).
“De koeier versloddert veel heu”, Teirlinck (1922).
(verouderd) boterham met stroop, stroopkant, siroopkant
Ne sjroêpkant mèt ne goejje broj spek … mmm, dat kimp tot èn m’n kotribbe! (een boterham met stroop en een flinke plak spek … hm, lekker!)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.