Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
middelvinger, middenvinger🖕
ne lange liereboom
In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)
middelvinger, middenvinger
ne lange liereboom
In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)
middelvinger
ne lange liereboom
In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)
morsen, er een smeerboel van maken
zie ook sjoefelaar
Hare man is zo vol van zijn eigen dat hij alles kan, met zijne mond; hij sjoefelt meer dan dat hij iets fatsoenlijk maakt.
- niet goed behandelen, slecht behandelen
- bewerken, manipuleren, hanteren
< verhan(d)svollen – Veel in de handen nemen en alzoo schenden of beschadigen
“Pèren verhandsvollen”. (Cornelissen 1899)
- Rommel zo niet in die mand appelen, je gaat ze helemaal verhansvollen.
- “Nog een werk bij, dat kunnen we niet verhandsvollen!” zei de aannemer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.