Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
sinterklaassnoepje, letterkoekje, niknakske
Zie bv. Gentse Mokken (ronde koekjes met een anijssmaak), Brugse Mokken
De Sint en Zwarte Piet hebben heel de living vol mokskes gestrooid.
Vlaams bladerdeeg gebak met een vulling van mat of karnemelk met eieren en amandelen. Het gebak wordt gemaakt in Geraardsbergen (mattentaartenstad) en is beschermd door de Europese Unie.
vnw: soort kwarktaart met gestremde melk, vooral in de streek van Geraardsbergen bekend
oorsprong mat:
(1562) vgl. Frans maton (klonter)
benaming voor de klonters van toevallig geronnen melk, die niet meer geschikt is om er kaas van te maken.
De eerste zondag van augustus is de Dag van de Geraardsbergse Mattentaart. Tijdens deze dag is er een kapittelzitting van de Broederschap van de Geraardsbergse Mattentaart, waarbij nieuwe leden opgenomen worden opgenomen en er op de markt van Geraardsbergen doorlopend mattentaarten worden gebakken.
Geert Bourgeois: “Mattentaartenbakkers hebben weinig te vrezen van CETA” (demorgen.be)
dinsdag
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: dinsdag
— DINGSDAG, DIJSSENDAG, DISENDAG enz. —, znw. m. Middelnederlands dinxdach, dinsendach, disendach enz.,
Prov. Antwerpen: destag
Brugs: diessendag
Hageland: dijstag
Maasland; daesdig/deensdig
West-Vlaanderen: disendag
Ik had dijstendag vijfendertig mattentaarten besteld, en woensdag lagen ze al klaar!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.