Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
morsen; snoepen, knoeien
vgl. smosjtereer
zie ook: smossen
vnl. in het Brusselse
En als ge nu nog smos(j)tert, kunt ge het zelf opkuisen!
Als gij zo blijft smos(j)teren, gaan uw tanden uit uw smoel vallen!
morsen , knoeien
variant van gusselen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gudsen, gudsend stroomen. Van vloeistoffen, maar bij vergelijking ook van droge waren.
Gusselen, gosselen. Fland. j. storten, Kiliaan (1588).
— Het water gusselt door de spleten van de sasdeuren, De Bo (1892).
- Het graan gusselt er uit, zeggen de derschers sprekende van het koorn, dat … gemakkelijk en in menigte uit de aren springt, De Bo.
Wat zit ge daar toch met uw eten te gosselen!
smossen, morsen , knoeien
/’sm.e g.e l.en/ (3x doffe e)
Je boterhammen niet in de living opeten, je smeuggelt alles vol!
morsen , knoeien
Als jij kookt, is de keuken altijd vol gebraggeld.
morsen , knoeien
Ik heb heel mijn broek vol met koffie geswanseld.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.