DISCLAIMER: Dit artikel werd nog niet redactioneel bewerkt en daarom kan de kwaliteit ontoereikend zijn.
Regio(s)
Gans VlaanderenLabel(s)
- geen labels gekoppeld.Betekenis
- iemand die overal blijft plakken; plakpleister
zie ook hangplaaster, - vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
- een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is 'en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). 'En plakplaaster van 'ne' vent, Ald. - Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur 'en plakplaaster, 'Cornelissen-Vervliet)
Publicatiegegevens
- Suggestie door
- Flipper - VL-WBK 1.0
- Redacteur
- Vlaams woordenboek
- Eindredacteur
- Vlaams woordenboek
- Publicatiedatum
- 18/12/2025
- Laatste bewerking
- 18/12/2025
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).