/ trouwkleed

zn., o., ~kleden, ~kleren

DISCLAIMER: Dit artikel werd nog niet redactioneel bewerkt en daarom kan de kwaliteit ontoereikend zijn.

Label(s)

- geen labels gekoppeld.
Betekenis

trouwjapon, trouwjurk

vnw: trouwjurk, bruidsjapon

zie ook verzamellemma kledij

Weddingring 2007-6-23-1

Publicatiegegevens
Suggestie door
Georges Grootjans - VL-WBK 1.0
Redacteur
Vlaams woordenboek
Eindredacteur
Vlaams woordenboek
Publicatiedatum
18/12/2025
Laatste bewerking
18/12/2025

Die klein had er niet beter op gevonden van het trouwkleed van haar moeder uit de kast te halen, het aan te trekken en zo 't straat op te wandelen.

"En Natalia zei: 'Clement, wilde gij niet met mij trouwen? Maar dan wil ik zelf ook een trouwkleed dragen.' Ze liet het voorkomen als een grap, maar ik voelde dat het van heel diep kwam." (Clement Peerens in De Morgen)