Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
breigaren
In Streuvels Stijn, De Oogst, Desclée De Brouwer, 1958 (15), bladzijde 8: "… lag een bolleken zwarte wolsajette
zie ook sjette, saai (sui), sedde
Hij draagt nog sajetten sokken, gebreid door zijn grootmoeder.
er wordt veel ruchtbaarheid aan gegeven
“Moest een kleine of grotere zelfstandige dat met zijn klanten uitspoken, de gazetten staan er vol van.” (herrebout.com)
nieuwe kleren aanhebben
Amai, ge zijt zo schoon, ge staat precies helemaal in ’t nief.
aanhanger van het rootisme
persoon die trouw is aan zijn roots
< neologisme van E. Vermeersch (2002)
“… de rootist is overtuigd dat de eigen identiteit bepaald wordt door biologische afstamming.” (uit een opiniestuk van E. Vermeersch in De Morgen 2017/03/17)
smurrie, samengevoegde etensresten
WNT bij kwat:
Blijkbaar hetzelfde woord als middelnederlands quat, waarnaast men ook quad geschreven vindt. Kwat kan de stam zijn van Kwatten (vergelijk het middelnederlands te quatte, eigenlijk wel: om weggesmeten te worden, en vandaar: te loor) in den zin van: datgene wat men met een kwak smijt, neersmijt, uitwerpt, in ’t bijzonder: fluim, speeksel.
zie ook: kwedder
De afvoerbuis was verstopt, ze zat vol mee kwet.
Doe eerst die kwet van uw talloor eer ge gaat afwassen.
Anders zit dat afwaswater vol kwet en kunt ge opnieuw proper pakken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.