Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
onverhard smal pad op den kouter
Woordenboek der Nederlandsche Taal: wegeling:
Van weg met -ling, waarbij -ling als verkleiningssuffix
Niet in Middelnederlandswoordenboek. Het woord werd inzonderheid, doch niet uitsluitend, in Vlaamse en Zeelandse bronnen aangetroffen.
Wegel, -ing, (Zuidnederlands) weg, Van Dale (1872)
“M. hield veel van bloemen en had er twee beddekens langs elken kant van den wegeling in het anders verwaarloosde hoveken aangelegd”, R. Loveling, November 18 (1874)
Van Dale online: gewestelijk, niet algemeen: weggetje, pad
We pakten het wegelingske achter onzen lochting om zo door den kouter naar bommama te wandelen.
besloten bijeenkomst van personen met dezelfde opinie over politiek, of filosofie, kunst, literatuur, enz.
< Fr. cénacle, figuurlijk van Lat. cenaculum < cena = avondmaal
in de voorbeeldzin: besloten politiek/religieuze bijeenkomst:
ook senakel (zie voorbeelden)
De affaire wordt blijkbaar georganiseerd vanuit cenakels die het daglicht niet verdragen. (Belgische nieuwssite)
Dochy bekritiseerde de “Brusselse senakels” die hun voeling met het lokale niveau kwijt zouden zijn. (vrt.be)
Hoe groter de weerklank van de aktie, hoe groter de kans dat hun standpunten de politieke senakels bereiken. (veto.be)
Ervaring in de brandhaarden van de wereld, in Europese cenakels en bij de Staatsveiligheid (standaard.be)
ABN
uitgesproken als: schoeën nederlands
Seg, klapt es schoeën nederlands want van u dialect verston ich niks.
Zeg, klapt eens schoeën nederlands want van uw dialect begrijp ik niks!
iemand die het flink kan uitleggen, tateren
ook: reddelgat, tetterkont, tettergat
vnw: babbelaar, kletskous, kletsmajoor
znwb: Babbelaar, kletskous, kletsmajoor, ouwehoer enz. – Ook in de vorm rammelkont v., -en.
gwnt: (Zuidn.) kletskous.
zie rammelen
Wat een rammelgat is me dat zeg! Daar krijg je geen speld tussen.
’Terwijl Leontientje, noch mossel noch vis, rammelgat, gelijk haar tante Fie zaliger, optemets zot gelijk een drilnote, zat te kwebbelen als een ekster, binst dat ze haar moeder hielp met een wrong sajette die moest opgerold worden …’ (‘Vertelsels bij de Leuvense stove’ – Paul Baekeland)
er vandoor gaan
Wordt het niet eens tijd dat we ter vanonder trekken? We zitten hier al uren.
Dit heb ik van m’n vader: Het is een oud toestel dat de boeren vroeger gebruikten om het kaf van koren (of graan, of haver, enz.) te scheiden.
< meulen: molen.
wannen : kaf van het graan scheiden, oorspronkelijk gebeurde dit met een “wan”, een platte mand;
de -n van wan is geassimileerd met de -m van molen
zie ook winder
Klik op de afbeelding
Handwanmolen
Nu gebeurt bijna alles machinaal, maar vroeger moesten de boeren zich behelpen met een wameulen, een dorsvlegel, paard en kar, en heel veel handwerk. Mijn grootvader molk zijn koeien nog met de hand.
koffiefilter
Mijn schoonmoeder zette nog kaffee op de oude manier: je zet een kaffeemoeër klaar, met de kaffeebeus gevuld met een aantal scheppen kaffee.
Je kookt water in een pannetje en als het kookt giet je het in de kaffeebeus.
oude vrouw
(savoeë=savooi)
ook in Antw.
D’r staat weer een ou savoeë voor ons aan de kassa, eer die al haar kleingeld geteld heeft, dan staan we hier morgenavond nog.
de grote stad (metropool) wordt in NL/SN niet gebruikt,
vgl. grootstedenbeleid
Een grootstad, waar de anonimiteit heerst, is absoluut niet gediend met een afstandelijke burgemeester. (VRT nieuws)
schaduw
Het is weer te warm om in de zon te zitten. Zet dich mer bij mich in de killesjaai
1 en hetzelfde werkinstrument voor op te nemen en af te trekken
de opnemer = aftrekker
Eerst het water met de aftrekker naar buiten trekken, dan de vod rond de opnemer slagen om de vloer op te nemen.
dweilen
vnw: in België ook: dweilen
Voila! Alleen de keuken nog oepnemen en ’t is weer propel.
leeg,uit
ijle (iele) < ijdele; vgl schoure (schoere) < schoudere
Schenk mij nog eens in, min glas is iele.
een wondopgroeiing van gezonde cellen, ook wel korst(je)genoemd
Antwerpen: roefke
Kempen: roofke, reufke
Er zit een grote reuve op de elleboog. De wonde groeit goed op.
heel erg verliefd zijn
Het koppel was strontverliefd en nu zijn ze al 30 jaar getrouwd.
nog goed ter been zijn
uitgesproken als: /nog goe te poeët zèn/
tegenovergestelde: niet goed meer te poot zijn
zie ook te poot, nog goed zijn
De Fons? Die heeft geen rollator nodig, die is nog goe te poeët.
sporten voor de ouwe van dagen.
Het Bloso van Herentals vormde den donderdag, den decor voor de jaarlijkse sportdag voor ouwe van dagen: Sportelen.
het is uit
Wordt meestal gebruikt in de betekenis van een relatie.
zie ook: afmaken
Ze waren strontverliefd op mekaar en nu is het af met haar vriend.
1. zin in seks , wordt meestal gezegd van mannen
2. oneigenlijk: met veel enthousiasme aan iets willen beginnen
1. Als ik dat meiske zie voorbij komen zit ik direct met een broek vol goesting moet ik zeggen.
hln.be: Coorevits: “Avond voor match moet ik niet afkomen met broek vol goesting”
2. “Het resultaat is een zeer amusante dansvoorstelling waar je gegarandeerd met een ‘big smile’ buitenkomt. En een broek vol goesting om te beginnen zingen en (tap)dansen.” (ccdeschakel)
“Met zijn recentste cd “Wan Troe Tie” op zak besloot hij om samen met de Nederlandstalige rockband De Fanfaar op tournee te gaan. Het werd een gigantisch succes, dus keren ze met een broek vol goesting deze festivalzomer terug met een gloednieuwe show!” (gladiolen.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.