Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Woorden die beginnen met 'de'

    1. deb (11)
    2. dec (22)
    3. ded (10)
    4. dee (27)
    5. def (11)
    6. deg (11)
    7. deh (2)
    8. dei (10)
    9. dek (10)
    10. del (17)
    11. dem (22)
    12. den (41)
    13. deo (4)
    14. dep (21)
    15. der (26)
    16. des (21)
    17. det (2)
    18. deu (41)
    19. dev (2)
    20. dew (3)
    21. dez (11)

    De volgende 413 termen in onze databank beginnen met 'de':

    de
    de
    de 16
    de bende van smeerop
    de beste plaats
    de bladzijde omdraaien
    de bocht van Bracke
    de boekskes
    de boom is bij " toecht " gekapt
    de Botanique
    de brede vijftien
    de bree veertiene
    de bute ingaan
    de Couckes van deze wereld
    de coulissen van de Wetstraat
    de dag van vandaag
    de darmen komen er al uit
    de dee
    de dees
    de deugenieterij kracht geven
    de die
    de drie D´s
    de drie g’s: God, geld en gat
    De Driekoningen
    de duiven uitlaten
    de duiven vallen
    de Dulle Griet
    de dure tijd erinbrengen
    de een of de ander
    de eesten zijn de beesten, de lesten zijn de besten
    de ei-vorm
    de emmer is vol
    de engeltjes staan aan te schuiven voor de pissijnen
    de extra t
    de feest
    de fiet
    de gazetten staan er vol van
    de gestelde lichamen
    de Gidsen
    de glazen man
    de gratie moeder Gods krijgen
    de grie­ven­trom­mel roe­ren
    de Groen
    de Groene Gordel
    de grote mannen
    de grote steenweg
    de hand aan zijn eigen slagen
    de Hel
    de ideale schoonzoon
    de ijzers
    de indruk opdoen dat
    de jongste jaren
    de jure
    de Kamer
    De Kannibaal van Baal
    de kanten afdoen
    de kanten eraf rijden
    de kapellekes afdoen
    de katjes in het donker knijpen
    de kleine man
    de Koning van Congo
    de kroniek van een aangekondigde gebeurtenis
    de kunst van het kennen
    de laatste man de zak opgeven
    de Lambermont
    de leute
    De Lijn
    De Loodgieter
    de maandag, dinsdag, …
    de max
    de mayonaise pakt niet
    de mei steken
    de mol hebben
    de moor steken
    de muittes staan in de stal
    De Muur
    De Neus
    de nieren spoelen
    De Paepekelders
    De pan is de vis niet hé
    de pannen van het dak
    de pap en de mam
    de parel der Kempen
    de parking
    de pastoor zijn duiven
    de peet zijn
    de pist in zijn
    de planete lezen
    de plooi geven
    De Poesje
    de polderbizon
    de poort der Kempen
    de pret niet kunnen drukken
    De Raaskalderij
    de Rand
    de rest van ’t schoon weer
    De Ronde
    de rooie lijn
    de rook bijt in de ogen
    de schale
    de schotels doen
    de schuld van (de) VTM
    de soort komt boven
    De Stille Kempen
    de toestand is ernstig maar niet hopeloos
    de verre garnizoenen
    de Vliegende Pastoors
    de vuve
    de weg zeggen
    De Wever en De Wever
    de wind in `t gat
    de Witte Mars
    de worm begint erin te zitten
    de worm doorgroeid
    de zee
    de zee kunnen uitdrinken
    de-man-die-werk-vond
    de, ’t
    deb
    debardeur
    débardeurke
    debat, de ~ten leiden
    debat, de ~ten openen
    debat, tegensprekelijk ~
    debatcultuur
    debatfiche
    debberke
    Deborah, kassierster ~
    debout zijn
    deca
    decafeïné
    decalage
    Decap-orgel
    decapotabel
    decapsulateur
    decharge
    decibeltoerist
    decisief
    declasseren
    déclic
    déconfiture
    deconnecteren
    decor
    decor, in het ~ belanden
    decreet
    decrooisme
    deculpabiliseren
    decumul
    decumuleren
    dedderen
    dedecteren
    dedective
    dedju
    dedouaneren
    dedramatiseren
    deeg, koek (van) één ~
    deeg, van hetzelfde ~ maar anders gebakken
    Deel
    deel maken van iets
    deeldomein
    deelgemeente
    deelregering
    deelstaatsenator
    deelstatelijk
    deeltijds
    deelwinst
    deem
    deemster
    deemsteren
    deemsterig
    deemstering
    dèènen
    dèèner
    deerke
    deerlijk
    deerlijk, er ~ uitzien
    deerven
    dees
    dees en `t geen
    defederaliseren
    defederalisering
    defelen
    defenestratie
    deficit, democratisch ~
    deficitair
    defilé, den ~
    deftig
    deggeren
    degout
    degoût, een ~ krijgen van iets
    degoutant
    degoutanterik
    degouteren
    dégradé
    degustatie
    degustatieglas
    degustatiemoment
    degusteren
    deh
    dei
    deim
    Deiremonde
    deirlijk
    deirm
    deirme, in zijn ~
    deizeke
    dek
    deken
    dekenij
    dèkke
    dekken, het bed ~
    dekkes
    deklat
    deknaam
    deksel
    deksel, het ~ naar zich toe trekken
    delco
    delegee
    délégué
    delen
    delen, gemene ~
    delen, privatieve ~
    deleten
    deliberatie
    deliberatiegeval
    delibereren
    delicate stof
    delikaat
    delokalisatie
    delokaliseren
    deloyaal
    delper
    dem
    dem, geen ~
    demandeur de rien
    demarche
    demermanneke
    demi
    demi-saisong
    demmelen
    democratisch
    democratisch deficit
    democratische prijs
    demodag
    demodé
    demoderen
    demofobie
    demografiefonds
    demonstructie
    demp, geen ~
    dempig
    den
    den airt
    den al
    den Antwerp
    den Baard
    Den Bats
    den bos in
    den Bosuil
    Den Botaniek
    den brunn zien
    den buiten
    den dag van vandaag
    den defilé
    den deze
    den dien
    den dikke draaien
    den drash national
    den Duits
    den eersten oorlog
    den enen of den anderen
    den Heer
    den hof af zijn
    den hof doen
    Den Tember
    den toog doen
    den twitter
    dènen
    denim
    denken dat de wereld aan zijn gat hangt
    denken dat de zon uit uw gat schijnt
    denken het te zijn
    denken op
    denken, het was te ~
    denken, ik was juist aan het ~
    denken, in zijn eigen ~
    denkgroep
    denkmaal
    denkoefening, de ~ maken
    denkpiste
    denkplooi
    deontologie
    deontologisch
    deontologische commissie
    deontologische fout
    depannage
    depannagedienst
    depannagewagen
    depanneerder
    depanneren
    depanneringspost
    depanneur
    depanneuse
    departement
    depayseren
    depenalisatie
    depenaliseren
    depollueren
    depollutie
    Deposito- en Consignatiekas
    depressie, postelectorale ~
    déprime
    deputé
    der
    der is iet van
    deraan zijn
    derailleur
    deran gedaan zin
    deran gedaan zin met den haze bezet
    derangeren
    derby van ’t stad
    derde graad
    derde keer, goede keer
    derde leeftijd
    derdebetaler
    derdegraadsovertreding
    derdenverzet
    derf
    dergelijk, in ~ geval
    derip
    dermee
    dermke
    derneffe
    deronder
    dertiendag
    dertigdaagse
    derven
    desactivatie
    desactiveren
    desactivering
    desem
    desemen
    desgevallend
    deshydratatie
    deshydrateren
    deshydratering
    deskundige
    dessen
    dessert
    dessieng
    dessinge
    destag
    destel
    desteren
    destresseren
    destrewaeche
    detailleren
    detoureren
    deu(r)beuzzen
    deugd hebben van iets
    deugd, er ~ aan beleven
    deugddoend
    deugddoende vakantie
    deugddoener
    deugdelijk
    deugen, in de huid niet ~
    deugeniet
    deugenieterij
    deugenieterij, de ~ kracht geven
    deugflamingant
    deuk, in den ~
    deukisch
    deukske
    deun
    deur
    deur, aan de ~ vliegen
    deur, aan de ~ zetten
    deur, bij de ~
    deur, een ~ doen
    deur, kort bij de ~
    deur, naast de ~
    deur, zo zot als een ~
    deural
    deurbuzze
    deurebieter
    deurejager
    deuren, de ~ helpen sluiten
    deurenkomedie
    deurgat
    deurmieterd
    deurol, een ~
    deursleutel
    deurtortn voet(en)
    deurvlogentheid
    deus
    deus krijgen
    deust
    deuzze
    deviatie
    devoeëre, uw ~ doen
    dewaffere
    dewelke
    deweverke, een ~ doen
    deze
    deze avond
    deze middag
    deze morgen
    Dezeke
    Dezeke kijft
    Dezeke, danke ~
    dezekestijd
    dezelfste
    dezen die

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.